menu
Meestal worden deze twee streken van Frankrijk in een reis ondergebracht en terecht: de twee driehoeken die in de Atlantische oceaan steken zijn prima in een reis van ca 3 weken te ontdekken.
Onze eerste stop was Rouen. Niet omdat het de hoofdstad is van Normandië maar omdat er een prachtige Kathedraal staat en deze stad, die net als Parijs aan de Seine ligt, een prachtige oude binnenstad heeft. Zoals overal in Frankrijk eet je hier lekker, overal zijn er overheerlijke Camembert kasjes en de appelcider te verkrijgen. Heerlijk!
Van daar is de route gegeven: de rotsen van Etretat zijn een must. Prachtig hoe deze kalksteenrotsen van de oceaan rijzen. Maak een wandeling langs de kust en geniet van dit natuurschoon!
We reden verder naar Honfleur, een pittoreske stad aan de kust. Veel gebouwen zijn een paar eeuwen oud, de oorlog heeft dus geen grote sporen achtergelaten. Liefhebbers van de Calvados komen hier aan hun trekken. Verder langs de kust zijn er diverse badplaatsen met namen die allemaal op -sur-Mer eindigen.
En dan komen de bekende “Beaches” van D-Day: Omaha Beach, Juno Beach, Sword Beach om maar een paar te nomen. De geschiedenis is hier nog zeer aanwezig: er zijn her en der bunkers van WOII over, verder zijn er diverse musea te bezichtigen. Tussen al dat oorlogsgeweld is er "Grandcamp Maisy", een vissersdorp waar je van de lekkerste zeervruchten kunt genieten.
We verbleven meestal op kleine campings met weinig faciliteiten. Omdat de kids toch wel naar een mooi zwembad wilden verbleven we een aantal nachten op een van de 4-sterren campings in de buurt van Bayeux. In deze stad is trouwens de beroeomde tapijt van Bayeux, een 70 meter lang borduurwerk, te bezichtigen.
Tussen de stadjes en dorpjes door zijn er veel boerderijen, en graslandschappen. Ja, ergens moeten al die appels en melk voor de Camembert kasjes vandaan komen.
We reden verder naar de grens met Bretagne – en daar was ie: Le Mont Saint Michel. Prachtig mooi van alle kanten maar helaas is het ook een toeristenkermis. De middeleeuwse abdij en het dorpje zijn zeker een bezoek waard maar er worden ook busladingen van toeristen gebracht om dit wonder te bezichtigen. Let op: de getijden kunnen in dit deel van de Atlantische oceaan tot 14 meter schommelen, soms is de bezichtiging daarom niet mogelijk.
Op weg naar St Malo kom je langs Cancale. Een klein dorpje met de meest gewilde oesters. Zelfs Napoleon heeft van deze plek zijb geliefde delicatesse naar Parijs laten brengen. Zo vers en lekker krijg je ze nergens in Europa!
We reden verder, om het hele schiereiland. Het was genieten van de prachtige natuur, lekker eten, maar ook heel veel wind. Aan de zuidkant bij Carnac zijn de velden met honderden menhirs en dolmen zeker een bezoek waard. Obelix kan hier zijn hart ophalen.
Ter afsluiting bezochten we Vannes, een prachtige haven- en vestingstad. En ja, wie had het gedacht: lekker eten!
Vul hier uw e-mailadres in: